Binnen moderne IT-landschappen draait alles om integratie. Applicaties, databases, cloud-services en leverancierssystemen moeten real-time met elkaar kunnen communiceren. Daarvoor gebruiken veel organisaties een integratieplatform, ook wel bekend als een Integration Platform as a Service (iPaaS).
Zo’n platform vormt de tussenlaag tussen verschillende systemen en applicaties. Het automatiseert gegevensuitwisseling tussen systemen, elimineert handmatige gegevensinvoer en zorgt voor efficiëntere, schaalbare integraties. Applicaties kunnen daardoor data delen via standaard API’s (Application Programming Interfaces), webservices of zelfs traditionele EDI (Electronic Data Interchange)-processen.
Maar steeds vaker worden integratieplatforms ook gebruikt voor taken die daar eigenlijk niet thuishoren. Ontwikkelaars voegen bedrijfslogica, validaties of beslisregels toe aan hun integratieflows met als gevolg dat de scheidslijn tussen applicatie en integratie vervaagt.
Het resultaat? Minder efficiëntie, hogere onderhoudskosten en een platform dat zijn oorspronkelijke kracht verliest.
Integratie gaat over verbinding, niet over besluitvorming
Een integratieplatform zorgt ervoor dat softwareapplicaties met elkaar praten. Het verbindt systemen, vertaalt formaten (bijv. XML naar JSON) en zorgt dat gegevensstromen tussen verschillende bronnen correct verlopen. De logica die hiervoor verantwoordelijk is noemen we integratielogica, die beschrijft hoe data van het ene systeem naar het andere beweegt.
Daartegenover staat applicatielogica. Die bepaalt wat er met die data gebeurt. Denk aan: berekeningen, goedkeuringen, beslissingen of validaties. Applicatielogica gebruikt bedrijfskennis om te bepalen wat er in een specifieke context moet gebeuren.
Wanneer je deze logica’s door elkaar haalt, verlies je controle. De kracht van je integratieplatform (data snel en betrouwbaar tussen systemen laten bewegen) wordt ondermijnd door regels die daar niet thuishoren.
Voorbeelden uit de praktijk
Om het verschil tussen integratielogica en applicatielogica concreet te maken, volgen hieronder enkele herkenbare situaties:
Voorbeelden van applicatielogica:
- Bepalen of een klant kredietwaardig genoeg is om een order te plaatsen (validatie).
- Berekenen van verzendkosten op basis van gewicht en bestemming (berekening).
- Toestaan van gratis verzending bij een orderwaarde boven de €100 (besluitvorming).
- Aanpassen van orderstatus bij levering (statusbeheer).
- Goedkeuring door een manager voor orders boven €10.000 (goedkeuring).
- Automatisch genereren van facturen en herinneringen bij abonnementen (workflow).
Voorbeelden van integratielogica:
- Aanpassen van dataformaten, bijvoorbeeld van XML naar JSON of van dd-MM-yyyy naar yyyy/MM/dd (transformatie).
- Verwijderen van irrelevante of dubbele records, zoals orders met status “vervallen” (filtering).
- Combineren van CRM-gegevens met facturen uit een ERP-systeem in één bericht (aggregatie).
- Verrijken van data, bijvoorbeeld door een adres op te halen op basis van postcode en huisnummer (verrijking).
- Bepalen naar welke systemen een bericht moet worden gestuurd op basis van inhoud of context (routering).
- Omzetten van protocollen, zoals van FTP naar REST (protocolconversie).
- Coördineren van acties in een specifieke volgorde, zoals eerst een klant aanmaken en daarna een order plaatsen (orkestratie).
Deze voorbeelden laten zien: integratielogica richt zich op de verbinding tussen systemen, applicatielogica op de betekenis van data binnen een bedrijfsproces.
Wat hoort er wél thuis in een integratieplatform?
Een goed ingericht iPaaS is bedoeld om integratieprocessen te automatiseren en te beheren. Het platform zorgt voor een goede gegevensuitwisseling tussen verschillende systemen en applicaties.
Denk aan logica zoals:
- Het converteren van dataformaten (bijv. XML ↔ JSON of EDI – Electronic Data Interchange)
- Het filteren of verrijken van data uit meerdere gegevensbronnen
- Het routeren van berichten tussen twee systemen
- Het orkestreren van geautomatiseerde processen
- Het beheren van koppelingen en API’s
- Het documenteren van integraties en operationele processen
Dit type logica is generiek, herbruikbaar en onafhankelijk van bedrijfscontext. Het verhoogt de efficiëntie en schaalbaarheid van jouw organisatie zonder de integratie te belasten met business rules. Zo’n platform biedt bovendien voordelen op het gebied van onderhoud en foutafhandeling. Een goed integratieplatform zorgt voor transparantie, traceerbaarheid en minder kans op eventuele fouten.
Wat hoort er níet thuis?
Applicatielogica zoals beslissingen nemen op basis van klantdata, het berekenen van prijzen of het goedkeuren van transacties hoort niet in een integratieplatform. Zodra een integratie afhankelijk wordt van bedrijfsbeslissingen of domeinkennis, wordt deze moeilijk te onderhouden. Het platform raakt vol scripts, condities en uitzonderingen, waardoor ontwikkelaars meer tijd kwijt zijn aan onderhoud dan aan innovatie.
Een iPaaS is een technische laag, geen applicatieomgeving. Zodra het beslissingen moet nemen of specifieke berekeningen uitvoert, vervaagt zijn rol. Daarom is het belangrijk om het juiste integratieplatform te kiezen en het te gebruiken waarvoor het bedoeld is: elkaar koppelen, elkaar te verbinden, en taken te automatiseren tussen applicaties.
Waarom de scheiding tussen integratie- en applicatielogica essentieel is
Een duidelijke scheiding tussen integratie- en applicatielogica zorgt voor:
- Beheersbaarheid: ontwikkelaars weten waar logica zich bevindt en kunnen documentatie centraal beheren.
- Schaalbaarheid: integratieplatforms blijven licht, snel en schaalbaar.
- Efficiëntie: logica is herbruikbaar over verschillende applicaties, wat tijd en middelen bespaart.
- Betrouwbaarheid: minder risico op inconsistent gedrag of dubbele logica.
Een goed ingericht integratieplatform functioneert als een robuuste tussenlaag die systemen met elkaar verbindt, zonder zich te bemoeien met de inhoud van beslissingen.
De juiste plek voor applicatielogica
Eenvoudige controles zoals het controleren van lege velden of het omzetten van datums kun je prima in je integratieflow uitvoeren. Maar zodra logica complex wordt of afhankelijk is van meerdere systemen of gegevensbronnen, hoort die thuis in een aparte service.
Veel organisaties gebruiken tools om applicatielogica los te hosten buiten hun iPaaS. Via API’s communiceren deze services rechtstreeks met het integratieplatform.
Met deze aanpak kun je:
- handmatige gegevensinvoer te elimineren en gegevensstromen automatisch verwerken;
- taken te automatiseren zonder overbelasting van het platform;
- en je applicaties efficiënter te maken zonder dat je de kern van je integratie aanpast.
Zo blijft jouw integratiearchitectuur flexibel en toekomstgericht, afgestemd op jouw specifieke behoeften en de operationele realiteit van je organisatie.
Voor- en nadelen van de scheiding
Net als bij elke ontwerpkeuze zijn er voor- en nadelen. De voordelen spreken voor zich:
- Duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden
- Minder afhankelijkheden
- Betere performance en eenvoudiger beheer
Een mogelijk nadeel is dat er meer samenwerking nodig is tussen ontwikkelteams, zeker wanneer logica verspreid is over meerdere systemen of services. Toch weegt dat ruimschoots op tegen de technische risico’s van een te complex integratieplatform.
Een toekomstbestendig applicatielandschap
Door integratie en applicatielogica bewust te scheiden, ontstaat een schaalbare architectuur waarin:
- systemen real-time met elkaar kunnen communiceren;
- verschillende systemen met elkaar blijven verbonden;
- handmatige gegevensinvoer te elimineren de norm wordt;
- en integratieprocessen soepel verlopen zonder verstoringen.
Zo blijft jouw IT-landschap overzichtelijk, veilig en afgestemd op de behoeften van jouw organisatie. Een goed integratieplatform biedt ruimte voor groei, efficiëntie en innovatie.
Of je nu werkt met Boomi, Microsoft, of een ander platform het principe blijft hetzelfde: houd de scheiding tussen integratie en applicatie helder.
Een iPaaS helpt om verschillende systemen met elkaar te verbinden, gegevensuitwisseling te automatiseren, en functionaliteit te bieden zonder dat je bedrijfslogica vervuilt. Zo bouw je aan een toekomstbestendig applicatielandschap waarin technologie jouw bedrijfsdoelen ondersteunt in plaats van beperkt.
Conclusie
Een integratieplatform is geen plek voor bedrijfslogica. Het is de motor die gegevensuitwisseling mogelijk maakt tussen applicaties, systemen en mensen. Zodra je het gebruikt om beslissingen te nemen of berekeningen uit te voeren, verliest het zijn kracht. Door een heldere grens te trekken tussen integratie en applicatie, creëer je een efficiënter, schaalbaarder en toekomstbestendig platform dat bijdraagt aan de groei van jouw organisatie.
Integreer slim, programmeer bewust en gebruik het juiste platform waarvoor het bedoeld is.
