Je kent het wel: vrij bekende pijnlijke fouten met data, zoals de neergestorte Mars-lander, enorme financiële uitglijers door overheden, banken of beleggingsfondsen, of onterecht beschuldigde groepen in de samenleving, zoals bij het Britse post schandaal.
Sinds 1997 werk ik met data, standaardisatie en referentiedatabeheer. Eén ding weet ik vrij zeker: mijn definities van wat data is wijken af van de jouwe. Pas als je dezelfde taal spreekt, voorkom je dat je langs elkaar heen praat. En dat is cruciaal om met data écht resultaat te behalen.
Data krijgt betekenis in context
Betekenis ontstaat pas in de interactie tussen mensen. Standaardisatie helpt daarbij: het maakt uitwisseling en begrip mogelijk. Bijvoorbeeld zodra je tabel definieert, leg je een structuur vast waar iedereen zich aan moet houden. Zie het maar als een frietpers: de werkelijkheid wordt door een vaste vorm gedrukt.
Innovatie vraagt om goed ingerichte masterdata en metadata
Elke innovatie, elk nieuw product vraagt om aanpassingen in je datafundament. Pas als je de masterdata en metadata goed hebt ingericht, kun je data gaan vastleggen over dat nieuwe product. Doe je dat niet, dan stokt de innovatie in de praktijk.
Neem een voorbeeld: hoe reproduceer je een nieuwe ketchup met rooksmaak wereldwijd? Dat kan alleen als de receptuur, productkenmerken en varianten eenduidig zijn vastgelegd. Anders blijf je uitleg geven over de samenstelling.
Data moet leven in je organisatie
Goede data vraagt dat je organisatie verbonden is met wat die data betekent. Als definities onduidelijk zijn of de kwaliteit laag is dan is er het risico van verlies van vertrouwen in de data. Het gevolg? Foute beslissingen, gemiste kansen of miljoenenverlies. Data zonder betekenis is in feite dood.
Wat zijn metadata, masterdata en referentiedata eigenlijk?
- Metadata: data over data. Dat kan technisch zijn (structuur in een database), maar ook sociaal. Denk aan ratings en reviews op Bol.com: ze geven extra context aan een product.
- Masterdata: de stabiele kern van je bedrijf, zoals klanten, producten en locaties. Het is de basis waar je interne processen omheen draaien.
- Referentiedata: gestandaardiseerde gegevens die je helpen eenduidig te registreren, zoals postcodes of internationale classificaties (bijvoorbeeld de ICD van de WHO). Voor de WHO is dat masterdata, voor de rest van de wereld referentiedata.
Waarom dit ertoe doet
Uiteindelijk draait het allemaal om betekenis. Data krijgt pas waarde in de context en in de interactie tussen mensen die het gebruiken. Wij helpen je om die uitwisseling te verbeteren door goed te kijken naar hoe jouw wereld in elkaar zit en of je data dat ook echt weerspiegelt. Dat leidt vaak tot veranderingen in werkwijzen, processen én de data zelf. Hoe dichter je data de werkelijkheid benadert, hoe beter jouw organisatie beslissingen kan nemen, innoveren en groeien.
Hoe zorg jij ervoor dat jouw data écht betekenis krijgt en niet blijft steken in losse tabellen of slechte definities? We gaan hier graag over met je in gesprek.